Neurotische tics

Sommigen van jullie zullen het ooit al eens opgemerkt hebben, sommigen ook niet. Om een lange introductie kort te maken: soms lijd ik aan neurotische tics. Gelukkig voor mij valt dit gelukkig erg mee.

Hiervoor ben ik nooit naar de dokter geweest om een diagnose te laten afnemen ter bevestiging. Ik wil niet bestempeld worden als iemand met een neurotische tic (ondanks dat ik door dit te schrijven mezelf erg tegenspreek).

Ik houd van glasharde eerlijkheid, ook als het soms even pijn doet. Ook als je dan soms   voor lul staat. En daarnaast bezit ik een gezonde dosis zelfspot, die ik gerust durf te tonen.

Om duidelijk te maken wat ik soms ervaar, zal ik eerst even uitleggen wat een neurotische tic is. Stel: je staat langs een voetbalveld en er doet zich een situatie voor waar de scheidsrechter voor fluit in het nadeel van jouw team. Zo partijdig als je bent, ben je het er niet mee eens en schreeuw je volledig buiten zinnen: “Hee scheidsrechter, dikke lul, das toch geen overtreding man!” gevolgd door een aantal spreekkoren waar een vreselijk grote hoeveelheid creativiteit bij komt kijken waar je van denkt: “Goh, waarom doet hij verder nooit iets met die creativiteit?” waardoor de vrije tijdsscheidsrechter een vreselijk minderwaardigheidscomplex krijgt en thuis alles zal uit janken bij zijn vrouw die daar zeker geen behoefte aan heeft.

Net als een tic is dit een oncontroleerbaar verlangen die je, zonder jezelf te kunnen beheersen, moet vervullen. Doe je dat niet, dan voelt het alsof je iets mist. En welk verlangen dat is, dat verschilt per fase. Eens in de zoveel tijd verdwijnen ze, en soms komt er een ander voor terug.

Beperkt het mijn leven? Mwôh. Niet echt eigenlijk. Sterker nog, het heeft zelfs zijn voordelen! Toen ik net naar de middelbare school ging zat ik in een fase van een oncontroleerbare knipoog. Goed, die knipoog was niet zo smooth zoals ik gehoopt had (het zag eruit als een schaap dat een knipoog gaf terwijl hij onder stroom staat.) maar onbewust flirten is als brugpieper nog niet zo verkeerd. Aan de andere kant was het enige dat viel voor mijn licht autistische versierpoging het geurige meisje uit het 2e jaar van vmbo-tl.

Het enige vervelende aan tics, is dat mensen je er mee confronteren. Het gebeurt dan ook sporadisch wel eens dat iemand naar me toekomt en zegt “Hee, wat knipper je raar ogen” of “waarom kreun je toch telkens aan het einde van de zin?” (Heb ik ook gehad. Het was een fase).

Alsof ik het verdomme zelf nog niet door had.

Helaas is de fase waar ik stront irritante mensen oncontroleerbaar voor hun bek moet slaan nog niet gekomen, maar wellicht als ik heel hard oefen komt hij nog wel eens voorbij.

Het feit dat mensen het benoemen is nog niet eens het ergste. Iedere keer dat ik aan de tic denk, des te vaker het terugkomt. Zo heb ik tijdens het schrijven van dit stukje al minstens 20 keer mijn ogen geknipperd en 8 keer om mijn eigen grappen gelachen (dat is geen tic, ik vind mezelf hilarisch van tijd tot tijd).

Mocht je dit lezen en me binnenkort zien: gewoon lekker je bek houden hierover, anders zal dat de tics alleen maar erger maken.

Plaats een reactie